Knoppentrainer vs. gedragstrainer
Leonie nam vlak voor de zomer contact met ons op, ze wil trainer worden. Verder komen met waar ze al aan geproeft had bij een vorige baan: cursussen geven over het gebruik van software. Daarin leert ze haar cursisten op welke knoppen ze moeten klikken voor het gewenste resultaat. Tijdens onze oriëntatieworkshop Trainen als Vak ontmoet ze ook anderen die zich aan het orienteren zijn en vragen hebben over onze aanpak, het curriculum en elkaar.
“Jij bent een knoppentrainer!” krijgt ze te horen, waardoor ze opeens gaat twijfelen over waar ze nu eigenlijk mee bezig is. Ze had die term nog nooit gehoord en daarom lichten we het hieronder toe. Voor Leonie en ook voor de andere lezers die een ICT achtergrond hebben en met die vraag spelen.
Een knoppentrainer richt zich op compliance
Als je training bestaat uit “doe dit, dan krijg je deze uitkomst’, dan ben je aan het instrueren. Niks mis mee, maar als je nou een hele training lang blijft instrueren (en niet gaat coachen, ondersteunen en delegeren) dan noemen we dat een knoppentraining.
Weerstand in een knoppentraining
Natuurlijk stuit je in een knoppentraining op weerstand van je deelnemers. Meestal vanwege faalangst, wat je wegneemt door het zelf voor te doen en vervolgens de deelnemer(s) laten oefenen. Voor Leonie, die de software kent als haar broekzak, is een training geven een kwestie van kennis en geduld. Een leuke en gezellige werkvorm kan de boel lekker opfleuren en dan kan ze weer door met de les.
In een knoppentraining komt het vaak voor dat je deelnemers moet overtuigen dat het systeem betere resultaten oplevert. Voor de afstemming met de klant bijvoorbeeld, de veiligheid van de collega’s of het inzetten van beperkte middelen. Als knoppentrainer kan je die last om je training te bewijzen als vervelende weerstand ervaren: “deelnemers doen niet wat er moet gebeuren en daarom krijgen we het niet af”. De deelnemers werken je als het ware tegen in het afwerken van je programma.
De meeste mensen willen zinnig werk doen en invloed hebben op hun werk. Een knoppentraining voorziet daar niet in. De weerstand komt dan ook vaak uit de hoek ‘ik heb er geen zin in’.
Een gedragstrainer richt zich op ontwikkelbehoefte
Als ‘gedragstrainer’ stuur én ondersteun je deelnemers om hun gedrag te beïnvloeden.
Net zoals situationeel leiding geven* heeft trainen verschillende stijlen, die op de ontwikkelbehoefte van deelnemers aansluiten. Zodra deelnemers weten wat er van hen verwacht wordt (instructie) schakel je over naar een coachende houding, ondersteun je bij fouten en laat je het bewijzen van nieuwe vaardigheid bij je deelnemer. Niet jij, maar zij worden de ster van de training.
In een gedragstraining zorg je ervoor dat deelnemers stap voor stap toewerken naar nieuw gedrag. Dat begint bij bewustwording, eerder nog dan instructie. Want als een deelnemer geen probleem ervaart, zal die ook geen belang hebben bij de oplossing die de trainer voorstelt. Elke (gedrags)trainer heeft voor deze bewustwordingsfase een eigen stijl en voorkeuren: confronterend, zelfonderzoek, verhalen …
Eenmaal bewust van het gedrag dat een deelnemer wil veranderen, begint het oefenen. Ook dit kan op 1001 verschillende manieren. Als alles goed gaat, ben je in staat de deelnemers te verleiden het nieuwe, geoefende gedrag toe te passen in de praktijk.
Spannend is altijd of je deelnemers dat dan ook werkelijk gaan doen, want op de lange termijn moet het ook goed gaan! Daarom vinden wij het belangrijk dat een training niet stopt bij die klifhanger en borging organiseert voor het geleerde in de praktijk.
Wat heeft Leonie nodig?
De vraag is dus wat Leonie nodig heeft? Wil ze ‘knoppentrainingen’ blijven geven? Dan volstaat een handboek met trainingsmodellen om het te leren. Of wil ze haar horizon verbreden en ontdekken dat ze mensen een blijvende waardevolle verandering kan bieden?
Om gedragstrrainer te worden ga je een ontwikkeltraject aan waarin je je persoonlijkheid en ervaring in gaat zetten om het leren van anderen te versnellen en verbeteren. De groene leerlijn van de TrainersAcademie is daarvoor geknipt.
De beslissing daarover is aan haar, maar één ding weten we zeker: als ze eenmaal ervaren heeft dat zij blijvende gedragsverandering kan bewerkstelligen, dan smaakt dat naar meer! Een prachtig vak waar mensen succesvoller én gelukkiger van worden.
*Hersey en Blanchard 1965, 1977
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!